Bel 033 4602302 of mail naar info@spigt.nl


Begrip

Een concurrentiebeding is een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn (art. 7:653 lid 1 BW).

Geldigheid (art. 7:653 lid 1 en lid 2 BW)

Volgens art. 7:653 lid 1 BW is een concurrentiebeding slechts geldig indien:

  1. de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan; en
  2. de werkgever dit beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.

Art. 7:653 lid 2 BW bepaalt dat, in afwijking van art. 7:653 lid 1 BW aanhef en onderdeel a, een beding als bedoeld in art. 7:653 lid 1 BW in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden opgenomen als uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Vernietiging (art. 7:653 lid 3 BW)

Volgens art. 7:653 lid 3 BW kan de rechter een beding als bedoeld in art. 7:653 lid 1 BW en art. 7:653 lid 2 BW:

  1. geheel vernietigen indien het beding, bedoeld in lid 2, niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen; of
  2. geheel of gedeeltelijk vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld.
Ernstig verwijtbaar handelen werkgever (art. 7:653 lid 4 BW)

Art. 7:653 lid 4 BW bepaalt dat aan een beding als bedoeld in art. 7:653 lid 1 BW of art. 7:653 lid 2 BW de werkgever geen rechten kan ontlenen, indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Vergoeding (art. 7:653 lid 5 BW)

Art. 7:653 lid 5 BW bepaalt dat, indien een beding als bedoeld in art. 7:653 lid 1 BW of art. 7:653 lid 2 BW de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn, de rechter steeds kan bepalen dat de werkgever voor de duur van de beperking aan de werknemer een vergoeding moet betalen. De rechter stelt de hoogte van deze vergoeding met het oog op de omstandigheden van het geval naar billijkheid vast. De vergoeding is niet verschuldigd, indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.